7.1 In- en versleep beperken

Er moet onderscheid gemaakt worden tussen insleep van buiten en versleep binnen het bedrijf. Insleep van buiten kan voor een groot deel geminimaliseerd worden door geen dieren meer aan te kopen, maar uitsluitend gebruik te maken van eigen opfok. Daarbij moet vooral voorkomen worden dat kiemen zoals Paratbc en Salmonella op het bedrijf worden ingesleept; hiervoor gelden dezelfde adviezen als voor gangbare bedrijven (o.a. bedrijfskleding en laarzen).

De overdracht van ziektekiemen is afhankelijk van:

  • De vatbaarheid. Deze is te verbeteren door de weerstand te verhogen, door goede voeding en door stress te verminderen. Chronische stress verzwakt immers het immuunsysteem. We verwachten dat de weerstand/vatbaarheid beter zal zijn in stabiele kuddes omdat de dieren in een vaste groep worden gehouden met lage bezettingsgraad, het kalf bij de koe kan zogen, er maximaal comfort is. Hierdoor zal het stress niveau aanzienlijk lager zijn dan in gangbare systemen met veel wisselingen.
  • De infectiedruk. Door de dieren meer ruimte te geven en daardoor een lagere bezettingsgraad, verwachten we dat de infectiedruk lager zal zijn. Ook verwachten we dat door het verminderen van stress, de koeien minder (snel) ziektekiemen zullen uitscheiden, maar dit is nog niet onderzocht. HygiĆ«ne maatregelen om de infectiedruk te verlagen zijn uiteraard binnen een familiekudde dezelfde als binnen een gangbare houderij.
  • De contactstructuur, dat wil zeggen de manier waarop kiemen worden overgebracht, het aantal contacten, en het aantal dieren waar een dier contact mee heeft. Deze is binnen een stabiele kudde wezenlijk anders als in een gangbare situatie. Bij een stabiele kudde zitten alle leeftijdsgroepen bij elkaar en kan er dus maximaal overdracht plaatsvinden. Daarom is het erg belangrijk om de infectiedruk laag te houden en de weerstand zo goed mogelijk.

Om versleep binnen het bedrijf zoveel mogelijk te voorkomen, gelden de volgende adviezen vooral voor de jonge kalveren. Zij zijn het meest gevoelig voor infecties.

  • Afkalfruimtes zo schoon mogelijk houden, regelmatig mest verwijderen en ruimte schoon maken na het afkalven als de koe met kalf weer terug is in de kudde. Doordat het kalf bij de koe blijft, zal de moeder het kalf schoonlikken, en dat stimuleert de ademhaling en darmen van het kalf, dat zo een goede opstart krijgt.
  • Ziekenstal schoonmaken nadat er een ziek dier heeft gestaan. Tijdens ziekte is de uitscheiding van ziekmakende bacteriĆ«n groot.
  • Als er een aparte ruimte is voor de kalveren waar ze worden bijgevoerd, zorg er dan voor dat deze ook schoon is en niet wordt bevuild door mest van de koeien.
  • Weidegang. Als jongvee en kalveren samen met de koeien weiden, dan kan ook hier overdracht plaatsvinden van maag- en darmwormen, longwormen en leverbot. Hier is een goed doordacht beweidingsschema van groot belang om besmetting zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast kan ondersteuning met behandeling noodzakelijk zijn of (in geval van longworm) vaccinatie.

Reacties zijn gesloten.