3.3 Volwassen kudde

In deze kudde worden de droge koeien en melkkoeien bij elkaar gehouden en worden de droge koeien niet meer gesepareerd.
Ook vaarzen kunnen voor afkalven al (groepjesgewijs) geïntroduceerd worden om te wennen aan de koppel. Dit lijkt dan weer op een jong volwassen kudde.
Je vermijdt hiermee dat koeien na afkalven steeds weer opnieuw in de koppel geïntroduceerd moeten worden, waar ze net 8 weken geleden uitgehaald zijn. Dus dit scheelt een boel wisselingen en onrust en daardoor minder stress en makkelijker opstarten na ‘t afkalven. Het geeft meer rust rond het afkalven en dat is goed voor zowel koe als kalf.
Er zijn ook boeren die dit doen omdat de dieren nog teveel melk geven op het moment dat je ze zou kunnen droogzetten en deze veehouders melken de koeien gewoon door. Echter, dan zal de melkproductie wel meer afvlakken en een minder hoge piek hebben. De voor- en nadelen worden onderzocht in het project Why Dry. Daarnaast kan het de boer veel arbeidsgemak opleveren.

Ervaringen van melkveehouder Henk Brandsma
Henk Brandsma houdt 60 gehoornde melkkoeien in een traditionele ligboxenstal. Hij melkt met een melkrobot.
Sinds een jaar of 10 komen drachtige vaarzen 6 tot 8 weken voor het afkalven in de koppel melkkoeien.
Henk introduceert de drachtige vaarzen bewust niet als eenling, maar in groepjes van minimaal 3. Dit gebeurt met beleid, omdat de dieren gehoornd zijn. De dieren krijgen de tijd om te wennen en worden in een tijdsbestek van een week geïntroduceerd, een zogenoemd ‘trainingsprogramma’, beginnend met een uurtje op de 1e dag, tot elke dag steeds langer. Als Brandsma toch in de stal is voor andere werkzaamheden, kan hij mooi in de gaten houden of het goed gaat.
Opvallend is dat de drachtige vaarzen vooral op de kop krijgen van de tweede kalfs dieren (die vorig jaar de klos waren), en niet zozeer van de ranghoogste. “De oudere ranghogere dieren hoeven alleen maar te wijzen.”
In de weideperiode als de koeien buiten zijn, laat de veehouder af en toe de drachtige vaarzen ook al kennismaken met de nieuwe stal, zodat ze kunnen verkennen en vluchtroutes leren kennen.
De reden voor Brandsma om op deze manier de vaarzen al vroeg te introduceren is stressreductie ‘vaarzen hebben rond het afkalven al genoeg stress, de extra stress vanwege de nieuwe koppel besparen we ze op deze manier.’
Hij geeft veehouders die dit ook willen de volgende tips:
– Neem voldoende tijd en zorg voor voldoende ruimte in de stal.
– Introduceer vaarzen niet als eenling, maar minimaal met een drietal.
– Blijf er de eerste keer bij en kijk hoe het gaat.
– Krijgen de vaarzen teveel op hun donder, haal ze er dan weer uit en doe het een dag later opnieuw.
– Er is altijd wel een klusje in de stal waardoor je ze in de gaten kan houden.

Reacties zijn gesloten.