5.4 Aandachtspunten per type kudde

Ultieme familiekudde

In deze kudde worden alle dieren bij elkaar gehouden, zowel de kalveren, jongvee als alle volwassen dieren.

  • Wat hierbij nodig is, is een plek waar de kalveren zich kunnen afzonderen van de volwassen dieren. Een zogenoemde kalverencrèche. Alleen kalveren hebben hier toegang toe door elektronische herkenning of simpelweg door een laag poortje/draadje of staande paaltjes waar koeien niet doorkunnen.
  • Als dieren worden gehouden op (een deel) roosters; let dan op de spleetbreedte, de kalfjes moeten zich daarin niet kunnen verwonden aan de klauwtjes.
  • Het management van de bodem in een vrijloopstal vergt extra aandacht bij een familiekudde. De toplaag moet droog zijn en goed beloopbaar voor kleine en grote dieren. Voldoende draagkracht is daarom extra belangrijk.

 

Jong volwassen kudde

Jongvee, droge koeien en melkkoeien worden in 1 groep gehouden. De kalveren worden op gangbare wijze apart opgefokt en op een leeftijd van 1 jaar of als ze drachtig zijn of een paar maanden voor afkalven bij de kudde geïntroduceerd (groepjesgewijs).

  • Bij een ligboxenstal is de uitdaging om de ligboxen schoon te houden. Boxen die voldoende groot zijn voor de koeien, kunnen te groot zijn voor de pinken, die daardoor te ver naar voren of te schuin gaan liggen waardoor ze de box kunnen bevuilen. Ook hier geldt dat er voor ieder dier wel een ligplaats moet zijn. In een vrijloopstal is dit bij voldoende oppervlakte geen probleem.
  • In een vrijloopstal moet de draagkracht van de bodem zowel voldoende zijn voor de kleinere pinken als de grotere koeien.
  • Voor wie nog geen complete jong volwassen kudde wil, maar de dieren wel aan elkaar wil laten wennen, kan een simpel hek/draad tussen jongvee en melkkoppel een methode zijn.

 

Meer rust in vrijloopstal
Meindert Wiersma nam zijn vrijloopstal eind 2009 in gebruik en ervaart sindsdien veel rust in de koppel.
Voorheen stonden de drachtige pinken volledig gescheiden van de melkkoeien en kwamen de vaarzen na afkalven in de koppel. “Dan was er altijd gedoe en bleef ik vaak goed opletten of het allemaal wel goed ging. Dat was niet alleen bij de vaarzen zo, ook bij de verse koeien die weer in de koppel kwamen” zegt Meindert.
In de vrijloopstal staan de drachtige pinken en droge koeien in dezelfde ‘pot’ als de melkkoeien, maar ze zijn gescheiden door een stroomdraad. Sindsdien is er bij introductie van een vaars of verse koe, totaal geen onrust meer in de koppel melkkoeien. Of dit nu komt doordat ze contact met elkaar kunnen hebben of door de grotere ruimte, Meindert denkt het laatste. De koeien hebben meer ruimte, op een goede bodem, en kunnen daardoor hun natuurlijke gedrag uitvoeren. “Vluchten is nu veel makkelijker dan in een ligboxenstal met alle obstakels. De koeien respecteren elkaars ruimte veel meer.”
De drachtige pinken komen pas in de vrijloopstal als ze drachtig zijn bevonden. Meindert introduceert ze in groepjes van ongeveer 6-7, zodat ze steun aan elkaar hebben. Als er ergens in de vrijloopstal onrust is, dan is het als een droge koe vanuit de melkkoppel teruggaat naar de koppel droge koeien + drachtig jongvee. Dat zijn momenten waarop er wel eens onrust wil zijn. Maar de koppel melkvee, inclusief introductie van vaarzen en verse koeien is in de vrijloopstal de rust zelve.


Volwassen kudde

In deze kudde worden de droge koeien en melkkoeien bij elkaar gehouden en worden de droge koeien niet meer gesepareerd.

  • Belangrijk aandachtspunt is dat de droge koeien ook allemaal bij hun voer kunnen en ook allemaal een eigen (bredere) ligplek hebben, deze dieren mogen niet in het gedrang komen.
  • Het separeren voor het afkalven, moet naast de kudde gebeuren, zodat ze niet weer helemaal gescheiden worden, maar contact houden. Ook kan gekozen worden voor een beschutte plek waar de koe zich vrijwillig kan afzonderen.
  • Afkalven op een vrijloopbodem stelt extra eisen aan droge hygiënische toplaag

 

Kalf bij de koe

In dit systeem worden de kalveren bij de koe gehouden totdat ze afgespeend zijn.
Deze vorm kan ook worden gecombineerd met de jong volwassen kudde. Dit houdt in dat de kalveren na spenen apart worden opgefokt en daarna weer worden geïntroduceerd.

  • Er zijn ongeveer 25 melkveehouders met een ligboxenstal of potstal die de kalfjes bij de koe houden. In de potstal liggen de kalfjes gewoon tussen de koeien in het stro. In een ligboxenstal liggen de kalfjes (samen) in een ligbox, of soms tussen de ligboxen in aan de kopeinden.
  • Kalveren willen zich wel terug kunnen trekken uit de kudde. Daarom is het nuttig om een soort kalverencreche te creëren, een ruimte waar alleen de kalfjes kunnen komen en vrijwillig in kunnen. Deze is te maken met bv een afgeschermd stuk met paaltjes waar alleen een kalfje door kan. Of een draadje waar het kalf onderdoor kan.

 

Over introductie van dieren:

Als nieuwe dieren geïntroduceerd moeten worden in de kudde, kan dat op meerdere manieren:

  • Introductie in de weide, daar is veel ruimte en is overal te eten, dus geen concurrentie.
  • Introductie in stal en goed monitoren wat er gebeurt en elke dag een stukje langer in de koppel.
  • Pas introduceren nadat de dieren enige tijd naast elkaar gehuisvest zijn, zodat ze elkaar al kennen (zicht, reuk, contact).
  • Een groepje dieren tegelijk introduceren. Dan verspreidt de aandacht zich over meerdere dieren en de geïntroduceerde dieren ‘staan niet alleen’ en kennen elkaar al.

Reacties zijn gesloten.