5.1 Uitdagingen

Voeding en gezondheid

De grootste uitdaging bij het houden van kuddes is het afstemmen van het voer naar behoefte van die specifieke (groep) dieren. Een pink heeft immers een andere voerbehoefte dan een pas afgekalfde koe. Daarnaast is er een groter risico op overdracht van ziektekiemen tussen diergroepen. Het is de vraag hoe zich dit verhoudt tot de verwachte betere weerstand als gevolg van stressreductie.

Voor alle systemen geldt dat ze mogelijk zijn met gehoornde of onthoornde dieren. Gehoornde dieren vragen echter wel meer ruimte en geschikte huisvesting, anders ontstaan problemen met verwondingen aan de dieren.

 

Ruimte

Meer ruimte voor de dieren kan op gespannen voet staan met emissies en economie. Als het bevuild oppervlak groot is kan er meer ammoniak vervluchtigen. De uitdaging is daarom een stal te ontwerpen met een bodem in een vrijloopstal waaruit weinig ammoniak en broeikasgassen (methaan en lachgas) vervluchtigt  en/of emissiearme vloeren. De ammoniakemissiecijfers van emissiearme vloeren, die er steeds meer komen, zijn gebaseerd op melkvee. Emissiearme huisvesting voor jongvee krijgt nog weinig aandacht, maar is voor de familiekudde wel relevant.
Meer oppervlakte per dier vergt ook een grotere bovenbouw. De kosten per m2 moeten daarom laag zijn, de nokhoogte beperkt en de ventilatie perfect.
Er zijn verschillende ontwerpen gemaakt voor de familiekudde. De vrijloopstal lijkt als basis het meest geschikt. Er zijn verschillende typen bodems mogelijk.

 

Rust

De familiekudde is gericht op rust. Dit kan gerealiseerd worden door:

  • Beperkte kudde omvang, dieren kennen elkaar
  • Overzichtelijke, ruime stal, met aparte servicehokken (afkalven, ziekte, etc)
  • Geschikt koe ras
  • Rustige omgang door de veehouder en zijn gezin / personeel
  • Geen competitie bij voeren, melken en drinken

Reacties zijn gesloten.